Tuinwintergasten

 

Tot vorig jaar ging ik ’s winters in het donker naar mijn werk en kwam ik in het donker thuis.

Deze winter was dat anders. Ik ben in de “Ruhestand” zoals onze oosterburen dat zo mooi zeggen.

En dus tijd om de wintergasten in mijn tuin wat in de gaten te houden. Natuurlijk wel wat bijvoeren maar het verraste me toch wat er zoal langs kwam.

Het begon in de laatste week van oktober. Een groepje koperwieken kwam een week langs om een hulst van zijn bessen te ontdoen. Naast het gebruikelijke spul verschenen er in november en december dagelijks een zwarte mees en een boomklever. Regelmatig kwamen de grote bonte specht en de boomkruiper een paar bomen afstruinen. Vanaf december dagelijks een keep tussen de vinken en groenlingen.

Vanaf begin februari tot april dagelijks een groepje van vier tot zes barmsijzen, waarvan een grote barmsijs,  die verzot waren op het zaad van de Anna Pauwloniaboom in onze tuin. Vanaf half maart voegde zich hierbij een groepje van vier sijzen. Op 18 maart zat er zelfs een mannetje goudvink aan de vijver te drinken. Diezelfde middag paniek in de tuin. Een sperwer vloog als een razende door en om de struiken maar bleef uiteindelijk uithijgen in de gelderse roos zonder prooi. De volgende dag meldde zich de eerste zwartkop en klonk de zang van de zanglijster. Op 4 april de eerste zingende tjiftjaf.

Al met al verrassend veel soorten en dat in hartje Venray.

Frans Smits, 5 april 2006

 

 

 

 

 IVN afd. Geysteren/Venray